ECLI:NL:CRVB:2023:967

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
17 mei 2023
Zaaknummer
22/1054 ZW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding van wettelijke rente en proceskosten in hoger beroep tegen Uwv

In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. N. Abalhaj, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) na een gewijzigde beslissing op bezwaar op 18 januari 2023. De rechtbank Amsterdam had eerder op 21 februari 2022 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/2923. Appellante trok haar hoger beroep in, omdat het Uwv volledig tegemoet was gekomen aan haar bezwaren. Ze verzocht de Raad om het Uwv te veroordelen in de proceskosten en om schadevergoeding.

De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat het Uwv in de kosten van de rechtsbijstand van appellante moest worden veroordeeld. De proceskosten werden begroot op € 1.674,- voor de procedure in beroep en € 837,- voor het hoger beroep. Daarnaast werden de kosten van rapporten van de verzekeringsarts D. van der Ent gedeeltelijk toegewezen, met een totaalbedrag van € 4.141,04 aan proceskostenvergoeding. Het verzoek om vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering werd eveneens toegewezen.

De uitspraak is gedaan door F.M. Rijnbeek, met O.N. Haafkes als griffier, en is openbaar uitgesproken op 17 mei 2023. De Raad benadrukte dat appellante zich voor vergoeding van het griffierecht rechtstreeks tot het Uwv kan wenden.

Uitspraak

22/1054 ZW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
21 februari 2022, 21/2923 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 17 mei 2023
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. N. Abalhaj hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft op 18 januari 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Bij brief van 23 januari 2023 heeft mr. Abalhaj namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het Uwv te veroordelen in de proceskosten, bestaande uit de kosten voor de aan appellante verleende rechtsbijstand in beroep en hoger beroep en de kosten van de door haar ingediende rapporten van 21 januari 2022 en
21 juli 2022 van verzekeringsarts D. van der Ent van Triage medisch adviesbureau (Triage). Appellante heeft daarnaast verzocht om veroordeling tot vergoeding van schade.
Het Uwv heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

In artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb is bepaald dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellante is het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar van 18 januari 2023 volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen.
Aangezien het Uwv de gemaakte kosten in bezwaar heeft vergoed, moet de Raad alleen nog oordelen over de in beroep en hoger beroep gemaakte kosten.
De Raad ziet aanleiding het Uwv te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken voor de aan haar verleende rechtsbijstand. Deze proceskosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) begroot op € 1.674,- in beroep (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting) en € 837,- in hoger beroep
(1 punt voor het indienen van het hoger beroepschrift).
Met betrekking tot de kosten van de door appellante ingediende rapporten van 21 januari 2022 en 21 juli 2022 van verzekeringsarts Van der Ent wordt geoordeeld dat deze kosten gedeeltelijk voor vergoeding in aanmerking komen. De in de facturen van Triage opgenomen administratiekosten (€ 190,30 exclusief omzetbelasting) komen niet voor vergoeding in aanmerking, omdat artikel 1 van het Bpb niet in vergoeding deze kosten voorziet. De kosten voor de werkzaamheden van verzekeringsarts Van der Ent, in totaal € 1.630,04
(inclusief omzetbelasting), komen voor vergoeding in aanmerking.
In totaal bedraagt de proceskostenvergoeding € 4.141,04.
Het verzoek om het Uwv te veroordelen tot vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering wordt toegewezen. Voor de wijze waarop het Uwv de rente dient te berekenen wordt verwezen naar de uitspraak van 25 januari 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BV1958.
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
- veroordeelt het Uwv tot vergoeding van de wettelijke rente als hiervoor aangegeven;
- veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot een bedrag van € 4.141,04.
Deze uitspraak is gedaan door F.M. Rijnbeek, in tegenwoordigheid van O.N. Haafkes als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 mei 2023.
(getekend) F.M. Rijnbeek
(getekend) O.N. Haafkes