ECLI:NL:CRVB:2023:915
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroep niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant had beroep ingesteld tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, die zijn aanvragen om bijzondere bijstand voor de kosten van een bril en het griffierecht buiten behandeling hadden gesteld. De rechtbank had de beroepen van de appellant niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij het griffierecht niet had betaald. De appellant stelde dat hij dacht dat hij het griffierecht had voldaan, maar kon dit niet onderbouwen, mede omdat zijn bankrekening geblokkeerd was. De rechtbank oordeelde dat het niet betalen van het griffierecht niet verschoonbaar was en dat de appellant niet voldeed aan de criteria voor vrijstelling van het griffierecht.
In hoger beroep herhaalde de appellant zijn argumenten, maar de Raad kwam tot de conclusie dat de gronden van de appellant een herhaling waren van wat eerder was aangevoerd en dat de rechtbank gemotiveerd op deze gronden was ingegaan. De Raad bevestigde dat zowel voor de procedure bij de Raad als voor de procedure bij de rechtbank een afzonderlijk griffierecht verschuldigd was. De Raad oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.