ECLI:NL:CRVB:2023:87
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand wegens onvoldoende bewijs van hoofdverblijf op opgegeven adres
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland. De appellant had een aanvraag om bijstand ingediend op basis van de Participatiewet, maar het college van burgemeester en wethouders van Haarlem heeft deze aanvraag afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij zijn hoofdverblijf had op het opgegeven adres. Tijdens het proces is vastgesteld dat de appellant niet op meerdere uitnodigingen voor gesprekken is verschenen en dat er onvoldoende bewijs was dat hij daadwerkelijk op het opgegeven adres woonde. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de verklaringen van de appellant en de bevindingen van de sociale recherche. De Raad concludeert dat de bewijslast voor het aannemelijk maken van de hoofdverblijfplaats bij de appellant ligt, en dat hij hierin niet is geslaagd. De beroepsgrond van de appellant dat er geen informed consent was voor het huisbezoek werd niet besproken, omdat de overige bevindingen al voldoende grondslag boden voor de bestreden besluiten. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van de appellant af.