ECLI:NL:CRVB:2023:822
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- M.A.H. van Dalenvan Bekkum
- L.Z. Achouak el Idrissi
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanvraag gehandicaptenparkeerkaart type bestuurder en beoordeling van medische geschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin de aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) type bestuurder is afgewezen. Appellant had op 4 november 2018 een aanvraag ingediend, maar het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft deze aanvraag op 21 mei 2019 afgewezen, omdat appellant niet voldeed aan de criteria voor het verkrijgen van een GPK. De rechtbank oordeelde dat het college geen dwangsom hoefde te betalen, omdat het binnen de gestelde termijn een besluit had genomen. Appellant stelde dat het college in strijd met het verbod op détournement de pouvoir had gehandeld en dat zijn medische omstandigheden de toekenning van een GPK rechtvaardigden.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig bekeken. De Raad concludeert dat er geen sprake is van misbruik van bevoegdheid en dat het onderzoek naar de medische geschiktheid van appellant voldoende zorgvuldig is uitgevoerd. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat appellant niet voldoet aan de voorwaarden voor een GPK type bestuurder. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.