ECLI:NL:CRVB:2023:781
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verplichting tot medewerking aan re-integratie en oplegging van maatregel op WIA-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) waarbij zijn WIA-uitkering met 25% werd verlaagd wegens het niet verschijnen op afspraken bij het re-integratiebedrijf IZI Match. Appellant was aangemeld voor de re-integratiemodule Participatie Interventie, maar heeft herhaaldelijk niet gereageerd op uitnodigingen voor intakegesprekken en het opstellen van een re-integratieplan. Het Uwv legde een maatregel op op basis van artikel 88, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet WIA, omdat appellant zijn verplichtingen niet was nagekomen. De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarna hij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de maatregel heeft opgelegd. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij door gezondheidsproblemen niet in staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen. De Raad oordeelt echter dat de verplichtingen voortvloeien uit de wet en dat appellant op de hoogte was van zijn verplichtingen. De rechtbank heeft overtuigend gemotiveerd dat appellant de uitnodigingen heeft ontvangen en niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de afspraken heeft afgezegd. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt. Er zijn geen redenen om de opgelegde maatregel te matigen of om van de maatregel af te zien. De uitspraak is gedaan op 26 april 2023.