ECLI:NL:CRVB:2023:761
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake de beslissing op bezwaar van het Uwv met betrekking tot de indicatie banenafspraak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel van 9 september 2021. De appellant had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 17 juni 2020, waarin het bezwaar van de appellant tegen een eerder besluit van 21 januari 2020 ongegrond was verklaard en de indicatie banenafspraak was gehandhaafd. De rechtbank had het beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard, omdat de appellant geen belang had bij de beoordeling van het besluit van 17 juni 2020.
De Centrale Raad van Beroep heeft deze beslissing bevestigd. De Raad oordeelde dat de appellant in hoger beroep geen gronden had aangevoerd tegen de toekenning van de indicatie banenafspraak. Voor zover de appellant had willen opkomen tegen de weigering van een Wajong-uitkering, oordeelde de Raad dat dit besluit niet ter beoordeling voorlag, aangezien het Uwv op 8 december 2020 een afzonderlijk besluit had genomen over de Wajong-aanspraken van de appellant, waartegen geen bezwaar was gemaakt.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.