ECLI:NL:CRVB:2023:755

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 april 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
22 / 108 AOW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding in hoger beroep tegen uitspraak Sociale verzekeringsbank

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 april 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. De Raad verklaarde het verzet van appellant niet-ontvankelijk. Dit besluit volgde op een eerdere uitspraak van 19 mei 2022, waarin het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk was verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De laatste datum voor indiening was 1 december 2021, maar het beroepschrift was pas op 12 januari 2022 door de Raad ontvangen, met een poststempel van 31 december 2021.

Appellant heeft vervolgens verzet aangetekend tegen de uitspraak van 19 mei 2022. De uitspraak waartegen verzet is gedaan, werd op 2 juni 2022 verzonden, en de termijn voor het indienen van verzet eindigde op 14 juli 2022. Het verzetschrift werd echter pas op 24 augustus 2022 door de Raad ontvangen, nadat het op 18 juli 2022 ter post was aangeboden. De Raad vroeg appellant om uitleg over de termijnoverschrijding, maar appellant heeft geen overtuigende redenen gegeven waarom het verzuim verschoonbaar zou moeten worden verklaard.

De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim was. Daarom werd het verzet niet-ontvankelijk verklaard, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer, met J.C. Boeree als lid en E.X.R. Yi als griffier.

Uitspraak

22 108 AOW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 20 oktober 2021, 20/4784 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Datum uitspraak: 21 april 2023
Zitting heeft: J.C. Boeree, als lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: E.X.R. Yi
Ter zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet niet-ontvankelijk.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

In de uitspraak van 19 mei 2022 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig is ingediend. De laatste dag waarop een hogerberoepschrift kon worden ingediend was 1 december 2021. Het hogerberoepschrift is gedateerd op 13 november 2021 en is door de Raad ontvangen op
12 januari 2022. De poststempel op de enveloppe geeft aan dat het hogerberoepschrift op
31 december 2021 ter post is bezorgd.
Appellant heeft verzet gedaan.
De uitspraak van de Raad waartegen verzet is gedaan is verzonden op 2 juni 2022. De laatste dag om tijdig verzet te doen was 14 juli 2022. Het verzetschrift is op 18 juli 2022 ter post aangeboden en door de Raad ontvangen op 24 augustus 2022.
Bij brief van 1 september 2022 heeft de Raad naar de reden van de termijnoverschrijding gevraagd. Hierop heeft appellant gereageerd maar zonder een reden te geven waarom het verzuim verschoonbaar zou moeten worden verklaard.
De Raad is van oordeel dat appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
Dit betekent dat het verzet niet-ontvankelijk wordt verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) E.X.R. Yi (getekend) J. C. Boeree