ECLI:NL:CRVB:2023:742
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- M.A.H. van Dalenvan Bekkum
- L.Z. Achouak el Idrissi
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van WMO-aanvraag voor woningaanpassing na verhuizing naar inadequate woning
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor woningaanpassing op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (WMO). Appellant, die lijdt aan verschillende gezondheidsproblemen, is in maart 2019 verhuisd van een adequate woning met een inloopdouche naar een inadequate woning met een drempel in de doucheruimte. Hij heeft een aanvraag ingediend voor de verwijdering van de drempel en de plaatsing van een douchebeugel. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem heeft deze aanvraag afgewezen, onder verwijzing naar de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2019. De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. Appellant heeft niet kunnen aantonen dat hij genoodzaakt was om te verhuizen vanwege overlast van drugsdealers en junks, en de rechtbank heeft terecht geoordeeld dat appellant onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn beperkingen bij de verhuizing. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in zijn vorige woning geen problemen had met de douche, wat aantoont dat deze woning adequaat was voor zijn situatie. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en het hoger beroep van appellant afgewezen, waarbij de eerdere uitspraak is bevestigd.