ECLI:NL:CRVB:2023:723
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- S.B. Smit-Colenbrander
- J.M. Labage
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens te late indiening van het beroepschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant uit Marokko tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep was ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 21 november 2022. De Centrale Raad oordeelde dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en begint te lopen vanaf de dag na de bekendmaking van de uitspraak aan partijen. In dit geval was het beroepschrift op 17 januari 2023 ontvangen, terwijl het poststempel op de envelop aangaf dat het op 4 januari 2023 ter post was bezorgd. Dit betekende dat het beroepschrift na de termijn was ingediend.
De appellant voerde aan dat de rechtbank de uitspraak naar een onjuist adres had gestuurd en later een gecorrigeerde uitspraak had verzonden. De Centrale Raad concludeerde echter dat de rechtbank de uitspraak naar het juiste adres had gestuurd en dat de termijn voor het instellen van hoger beroep niet was gewijzigd door de correctie. Bovendien werd de claim van de appellant dat iemand anders het beroepschrift had geschreven en dat het mogelijk bij het postbedrijf was blijven liggen, niet als voldoende bewijs gezien om aan te tonen dat hij niet in verzuim was geweest.
Uiteindelijk verklaarde de Centrale Raad het hoger beroep niet-ontvankelijk, zonder verdere onderzoek te doen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, met J.M. Labage als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 19 april 2023.