ECLI:NL:CRVB:2023:715
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering uitbetaling WW-uitkering wegens niet verstrekte gegevens door appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland. Appellant, die werkloos was geworden op 26 juni 2019, had een aanvraag voor een WW-uitkering ingediend, maar het Uwv had deze aanvraag niet in behandeling genomen omdat appellant de gevraagde gegevens niet had verstrekt. Appellant had geen rechtsmiddelen aangewend tegen deze beslissing. Later diende hij opnieuw een aanvraag in, maar ook deze werd afgewezen omdat de benodigde informatie niet tijdig was aangeleverd. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, oordelend dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitbetaling van de WW-uitkering rechtvaardigden.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn argumenten, waarbij hij stelde dat de coronamaatregelen hem belemmerden in het tijdig indienen van de aanvraag. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank gemotiveerd had gereageerd op de ingediende gronden en dat appellant geen nieuwe argumenten had aangedragen die de eerdere beslissing konden ondermijnen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van aanvragen en de verantwoordelijkheid van de aanvrager om de benodigde informatie te verstrekken, ook in het licht van bijzondere omstandigheden zoals de coronacrisis.