ECLI:NL:CRVB:2023:708
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens overlijden appellant zonder erfgenamen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die in leven laatstelijk gewoond heeft te [woonplaats]. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 14 oktober 2021. Echter, na het indienen van het hoger beroep is de appellant op [overlijdensdatum] 2022 overleden. Tijdens de zitting op 4 april 2023 zijn de partijen niet verschenen.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen erfgenamen zijn die de appellant als partij hebben opgevolgd en het geding zouden willen voortzetten. Ondanks een aankondiging in de Staatscourant op 10 maart 2023, heeft zich geen enkele belanghebbende gemeld met het verzoek om als partij aan het geding deel te nemen. Hierdoor is het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep komen te ontvallen.
De Raad heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien de zaak niet verder behandeld kon worden door het ontbreken van een procesbelang. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is vastgelegd in een proces-verbaal, ondertekend door de griffier M. Ramanand en het lid van de enkelvoudige kamer W.F. Claessens.