ECLI:NL:CRVB:2023:708

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
4 april 2023
Publicatiedatum
17 april 2023
Zaaknummer
21 / 4195 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens overlijden appellant zonder erfgenamen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die in leven laatstelijk gewoond heeft te [woonplaats]. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 14 oktober 2021. Echter, na het indienen van het hoger beroep is de appellant op [overlijdensdatum] 2022 overleden. Tijdens de zitting op 4 april 2023 zijn de partijen niet verschenen.

De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen erfgenamen zijn die de appellant als partij hebben opgevolgd en het geding zouden willen voortzetten. Ondanks een aankondiging in de Staatscourant op 10 maart 2023, heeft zich geen enkele belanghebbende gemeld met het verzoek om als partij aan het geding deel te nemen. Hierdoor is het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep komen te ontvallen.

De Raad heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien de zaak niet verder behandeld kon worden door het ontbreken van een procesbelang. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is vastgelegd in een proces-verbaal, ondertekend door de griffier M. Ramanand en het lid van de enkelvoudige kamer W.F. Claessens.

Uitspraak

21.4195 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 14 oktober 2021, 20/3320 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] , in leven laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende (college)
Datum uitspraak: 4 april 2023
Zitting heeft: W.F. Claessens
Griffier: M. Ramanand
De zaak is ter behandeling aan de orde gesteld op de zitting van 4 april 2023. Partijen zijn niet verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Namens appellant heeft mr. A.P. van Knippenbergh, advocaat, hoger beroep ingesteld. Daarna is appellant op [overlijdensdatum] 2022 overleden. Niet is gebleken van erfgenamen die appellant als partij in het onderhavige geding zijn opgevolgd en het geding zouden willen voortzetten. Ook na aankondiging in de Staatscourant van 10 maart 2023 hebben zich geen belanghebbenden gemeld met het verzoek als partij aan het geding deel te mogen nemen. Hieruit volgt dat het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep is komen te ontvallen. Het hoger beroep van appellant wordt om die reden niet-ontvankelijk verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) M. Ramanand (getekend) W.F. Claessens