ECLI:NL:CRVB:2023:662
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering kinderbijslag wegens niet voldoen aan onderhoudseis over meerdere kwartalen
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt geoordeeld over de weigering van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) om kinderbijslag toe te kennen aan appellant over dertien kwartalen. De Svb had eerder kinderbijslag toegekend voor het vierde kwartaal van 2017, maar had de aanvragen voor de andere kwartalen afgewezen. Appellant, die een dochter heeft die bij haar moeder in Polen woont, heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzingen. Hij stelde dat hij aan de onderhoudseis had voldaan, onder andere door beslaglegging op zijn Ziektewetuitkering voor alimentatiebetalingen.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting waar appellant werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. F. Ergec, en de Svb werd vertegenwoordigd door mr. O.F.M. Vonk. De Raad oordeelt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in de geding zijnde kwartalen aan de onderhoudseis heeft voldaan. De betalingen die via beslaglegging zijn gedaan, kunnen niet worden meegeteld als onderhoudsbijdragen voor de kwartalen in geding. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard.
De conclusie is dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en dat de weigering van de Svb om kinderbijslag toe te kennen over de in geding zijnde kwartalen in stand blijft. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.