ECLI:NL:CRVB:2023:659

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 maart 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
21/4227 PW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep gegrond; niet tijdig betalen griffierecht verschoonbaar

Op 24 maart 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/4227 PW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het hoger beroep van de appellant. De appellant had eerder in een uitspraak van 13 september 2022 te horen gekregen dat zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. In het verzet is echter gebleken dat de appellant op 28 januari 2022 een formulier over betalingsonmacht heeft ontvangen, dit formulier dezelfde dag heeft ingevuld en per gewone post heeft teruggestuurd naar de Raad. Dit toont aan dat de appellant verschoonbaar te laat was met de betaling van het griffierecht.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 13 september 2022 vervalt. Het onderzoek in de zaak zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de appellant te veroordelen in de proceskosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer, met J.C. Boeree als voorzitter en K.M. Geerman als griffier. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het aantoont dat er omstandigheden kunnen zijn die een te late betaling van griffierecht verschoonbaar maken.

Uitspraak

Datum uitspraak: 24 maart 2023
21/4227 PW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 21 oktober 2021, 21/3318 en 21/3977 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem
Zitting heeft: J.C. Boeree
Griffier: K.M. Geerman
Op de zitting zijn verschenen: [appellant] , appellant, mr. G.A.S. Maduro, gemachtigde en mw. V.M. Carcelle, tolk

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

In de uitspraak van 13 september 2022 heeft de Raad het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
In verzet is gebleken dat appellant het formulier over de betalingsonmacht van 17 januari 2022, op 28 januari 2022 heeft ontvangen en dit formulier dezelfde dag heeft ingevuld en per gewone post heeft teruggestuurd naar de Raad.
Hieruit blijkt dat appellant verschoonbaar te laat is. Het verzet wordt daarom gegrond verklaard.
Dit betekent dat de uitspraak van 13 september 2022 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) K.M. Geerman (getekend) J.C. Boeree