ECLI:NL:CRVB:2023:643
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellant in het kader van de Wajong-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Appellant, die sinds 2007 een Wajong-uitkering ontvangt, heeft in hoger beroep gesteld dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) zijn psychische belastbaarheid heeft overschat. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv een zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht, waarbij de belastbaarheid van appellant is beoordeeld aan de hand van een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 7 september 2018. De verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep hebben geconcludeerd dat appellant met inachtneming van zijn beperkingen belastbaar is, en dat er geen aanleiding is om af te wijken van dit oordeel.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en de Raad onderschrijft deze conclusie. Appellant heeft zijn standpunt dat zijn psychische belastbaarheid is overschat niet onderbouwd met medische informatie van een arts of medisch behandelaar. De Raad heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de deskundigheid van de behandelende artsen en de juistheid van de FML. Het hoger beroep van appellant is dan ook afgewezen, en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten.