Uitspraak
22.1602 WIA
E.M.C. Beijen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van appellante, die zich had ziek gemeld met rugklachten en later met een hartinfarct. Appellante had een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar na een herbeoordeling door het Uwv was haar uitkering omgezet naar een WGA-vervolguitkering. Appellante stelde dat haar arbeidsongeschiktheid hoger was dan door het Uwv vastgesteld en dat er een verdergaande urenbeperking dan 30 uur per week moest worden aangenomen. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het bestreden besluit van het Uwv ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen. De Raad bevestigde dat de vastgestelde urenbeperking van 30 uur per week gerechtvaardigd was, gezien de combinatie van de verschillende medische klachten van appellante. Ook werd de geschiktheid van de functie administratief ondersteunend medewerker bevestigd, waarbij werd opgemerkt dat de repetitieve handelingen binnen de belastbaarheid van appellante vielen. De Raad concludeerde dat de gronden van appellante in hoger beroep niet slaagden en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.