Uitspraak
22.2757 PW, 22/2758 PW-VV
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep en op een verzoek om een voorlopige voorziening. De appellant, die laatstelijk woonachtig was te Nijmegen, heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 5 augustus 2022. Echter, tijdens de procedure is de appellant overleden. Gelet op artikel 8:26, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de Raad in de Staatscourant van 5 december 2022 een oproep gedaan aan de erfgenamen van de appellant om zich te melden en aan te geven of zij de procedure wensen voort te zetten. Tot op heden heeft niemand zich gemeld als erfgenaam die het geding zou willen voortzetten.
De Raad heeft vastgesteld dat er geen processueel belang meer is om het hoger beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening te beoordelen, aangezien de indiener van het hoger beroep is overleden en er geen erfgenamen zijn die de procedure willen voortzetten. Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep besloten het hoger beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk te verklaren. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, aangezien de procedure niet verder kan worden voortgezet.
De uitspraak is gedaan door A.J. Schaap, in tegenwoordigheid van M. Zwart als griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 maart 2023.