ECLI:NL:CRVB:2023:635

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 maart 2023
Publicatiedatum
5 april 2023
Zaaknummer
22/2297 PW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overlijden appellant zonder opvolging door erfgenamen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 22/2297 PW. Het hoger beroep was ingesteld door de appellant, die inmiddels was overleden. De Raad heeft geconstateerd dat er geen erfgenamen zijn die de appellant als partij in dit geding hebben opgevolgd en die het geding zouden willen voortzetten. Ondanks een oproep in de Staatscourant op 5 december 2022, heeft niemand zich gemeld om de procedure voort te zetten. Hierdoor is het processueel belang van de appellant bij de voortzetting van het geding vervallen.

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat, gezien het overlijden van de appellant, er geen aanleiding is om het hoger beroep te beoordelen. De Raad heeft ook opgemerkt dat het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen, als tegenpartij, heeft aangegeven geen gebruik te willen maken van het recht om op een zitting te worden gehoord. Dit heeft geleid tot de sluiting van het onderzoek. De Raad heeft uiteindelijk besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door A.J. Schaap, in tegenwoordigheid van M. Zwart als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

22.2297 PW

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 20 juli 2022, 22/3129 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] , in leven laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen (college)
Datum uitspraak: 21 maart 2023
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Op [datum] 2022 is appellant overleden.
De Raad heeft, gelet op artikel 8:26, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de Staatscourant van 5 december 2022 een oproep aan de erven van appellant gedaan om zich te melden en te kennen te geven of zij de procedure wensen voort te zetten.
Niemand heeft zich gemeld.
Het college heeft desgevraagd verklaard niet gebruik te willen maken van het recht om op een zitting te worden gehoord, waarna het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Awb is gesloten.

OVERWEGINGEN

1. De indiener van het hoger beroep, appellant, is overleden. Daarmee is zijn belang bij de voortzetting van het geding vervallen.
2. Niet is gebleken van erfgenamen die appellant als partij in dit geding zijn opgevolgd en die het geding zouden willen voortzetten. Ook na de oproep in de Staatscourant heeft niemand zich daarvoor gemeld.
3. Dit betekent dat er geen processueel belang meer is om het hoger beroep te beoordelen. Het hoger beroep zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door A.J. Schaap, in tegenwoordigheid van M. Zwart als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 maart 2023.
(getekend) A.J. Schaap
(getekend) M. Zwart