ECLI:NL:CRVB:2023:62
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv in bezwaar
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep werd ingetrokken omdat het Uwv met een gewijzigde beslissing op bezwaar volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. De Centrale Raad van Beroep heeft de proceskosten veroordeling uitgesproken. De zaak begon met een uitspraak van de rechtbank Rotterdam op 29 januari 2019, waartegen appellante in beroep ging. Het proces kende verschillende zittingen, waarbij appellante werd bijgestaan door haar advocaat, mr. F.M. Meis, en het Uwv werd vertegenwoordigd door J.C. Geldof. Tijdens de zittingen werd een deskundige benoemd om een rapport uit te brengen, wat leidde tot een gewijzigde beslissing van het Uwv op 4 februari 2022. Na de intrekking van het hoger beroep heeft de Raad de kosten van de rechtsbijstand en deskundigenvergoeding beoordeeld en vastgesteld dat het Uwv in totaal € 5.868,32 aan appellante moet vergoeden. De uitspraak werd gedaan door A.I. van der Kris, met E.X.R. Yi als griffier, en vond plaats op 12 januari 2023.