ECLI:NL:CRVB:2023:597
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 maart 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. De appellant was eerder op de hoogte gesteld van de verschuldigdheid van het griffierecht van € 136,- en had tot twee keer toe een herinnering ontvangen om dit bedrag tijdig te voldoen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht pas op 22 februari 2023 voldaan, wat na de deadline was. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim was geweest. Hierdoor werd het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door rechter S.B. Smit-Colenbrander, in aanwezigheid van griffier J.M. Labage, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat een mogelijkheid tot verzet open voor belanghebbenden binnen zes weken na verzending van het afschrift.