ECLI:NL:CRVB:2023:535
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- E.J. van der Veldt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing financiële tegemoetkoming verhuizing op basis van medische adviezen
In deze zaak heeft appellant, geboren in 1969, hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een financiële tegemoetkoming voor verhuizing op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Appellant woont sinds eind 2018 op de eerste etage van een flat zonder lift en heeft knieklachten. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft zijn aanvraag op 3 december 2019 afgewezen, gebaseerd op een medisch advies van het Indicatieadviesbureau Amsterdam (IAB) dat concludeerde dat er geen medische grond was voor de aanvraag, omdat traplopen voor appellant niet onmogelijk is.
De rechtbank Amsterdam heeft in een eerdere uitspraak op 7 juli 2021 het beroep van appellant ongegrond verklaard. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat het IAB geen volledig onderzoek heeft verricht en dat de medische adviezen innerlijk tegenstrijdig zijn. De Raad voor de Rechtspraak heeft de feiten en omstandigheden van de zaak opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college de aanvraag op goede gronden heeft afgewezen. De Raad heeft vastgesteld dat appellant geen nieuwe medische gegevens heeft overgelegd die de conclusies van het IAB in twijfel trekken.
De Raad heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van de medische adviezen en dat appellant geen omstandigheden heeft aangevoerd die leiden tot onbillijkheden van overwegende aard. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.