ECLI:NL:CRVB:2023:511
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstand en de ingangsdatum daarvan in het kader van de Participatiewet
In deze zaak beoordeelt de Centrale Raad van Beroep een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam tot toekenning van bijstand op grond van de Participatiewet (PW). Appellant had bijstand aangevraagd met een ingangsdatum van 3 februari 2020, maar het college kende de bijstand pas toe per 21 maart 2020, de datum waarop appellant zich daadwerkelijk had gemeld. Appellant stelde dat hij zich eerder had gemeld en dat er bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigden. De Raad oordeelde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij zich op 3 februari 2020 had gemeld en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om de bijstand met terugwerkende kracht toe te kennen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het beroep van appellant tegen het besluit van het college ongegrond had verklaard. De Raad concludeerde dat de ingangsdatum van de bijstand terecht was vastgesteld op 21 maart 2020, omdat appellant niet tijdig had gereageerd op eerdere informatie over zijn aanvraag.