ECLI:NL:CRVB:2023:366
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in hoger beroep tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Op 28 februari 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/3053 ZW. Deze uitspraak betreft een hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam van 24 juli 2020. De appellante, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) die op 11 november 2022 is genomen. Op 22 december 2022 heeft de gemachtigde namens appellante het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling van het Uwv.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. Gezien deze intrekking van het beroep, heeft de Raad de mogelijkheid om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante. De kosten zijn begroot op € 837,- voor de behandeling in beroep en € 837,- voor de behandeling in hoger beroep, wat resulteert in een totale proceskostenvergoeding van € 1.674,-. De appellante kan zich voor vergoeding van het griffierecht rechtstreeks tot het Uwv wenden.
De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in aanwezigheid van griffier H. Alajai, en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.