ECLI:NL:CRVB:2023:336
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over recht op WGA-uitkering en duurzaam arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellant had een WGA-uitkering aangevraagd, maar het Uwv had deze aanvraag afgewezen en geen IVA-uitkering toegekend, omdat er volgens hen geen sprake was van duurzame arbeidsongeschiktheid. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvecht. De Raad oordeelt dat er geen reden is om de beslissing van de rechtbank te herzien. De Raad stelt vast dat appellant volledig arbeidsongeschikt is, maar dat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. De verzekeringsarts heeft in eerdere rapporten aangegeven dat er behandelmogelijkheden zijn die de belastbaarheid van appellant kunnen vergroten. De Raad volgt het oordeel van de verzekeringsarts en concludeert dat de prognose voor verbetering van de functionele mogelijkheden van appellant voldoende onderbouwd is. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek van appellant om een IVA-uitkering af.