ECLI:NL:CRVB:2023:290
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. B.F. Desloover, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een gewijzigde beslissing op bezwaar van het Uwv van 24 augustus 2022, waarbij het Uwv volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. Hierdoor heeft appellante besloten het hoger beroep in te trekken.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak geoordeeld over de proceskosten die appellante heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv de gemaakte kosten in bezwaar heeft vergoed, maar dat er nog kosten zijn gemaakt in beroep en hoger beroep.
De Raad heeft het Uwv veroordeeld tot een proceskostenvergoeding van in totaal € 2.511,-, bestaande uit € 1.674,- voor de kosten in beroep en € 837,- voor de kosten in hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 15 februari 2023 door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van griffier H. Alajai. De beslissing is openbaar uitgesproken.