ECLI:NL:CRVB:2023:2519
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken schriftelijke machtiging en niet voldaan griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 december 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 23/774 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat de appellante, vertegenwoordigd door [X], niet heeft voldaan aan de vereisten voor het indienen van het hoger beroep. De appellante werd verzocht om binnen vier weken een schriftelijke machtiging over te leggen, zoals vereist door artikel 8:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Deze termijn is ongebruikt verstreken, en ook na een tweede aanmaning heeft de appellante geen machtiging overgelegd.
Daarnaast is het griffierecht van € 136,- niet voldaan. De appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht tijdig te betalen, maar heeft ook deze verplichting genegeerd. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen redenen zijn aangevoerd die een verontschuldiging voor deze verzuimen zouden kunnen vormen. Gezien het ontbreken van de schriftelijke machtiging en het niet voldoen aan het griffierecht, heeft de Raad besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren zonder verder onderzoek. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden en het bestuursorgaan worden aangevochten binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak.