Uitspraak
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 december 2023 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag om toekenningen op grond van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR) door de Pensioen- en Uitkeringsraad. De appellante had in januari 2022 een aanvraag ingediend, maar deze werd op 15 september 2022 afgewezen omdat er geen bevestiging was dat zij in AOR-omstandigheden had verkeerd. Na bezwaar bleef de afwijzing in stand, wat leidde tot beroep bij de Raad. Tijdens de zitting op 9 november 2023 was appellante aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door A.L. van der Wiel.
De Raad heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van appellante en de argumenten van verweerder. De Raad concludeerde dat er geen bevestiging was dat appellante gebeurtenissen als bedoeld in de AOR had meegemaakt. De Raad oordeelde dat de medische argumenten van appellante niet relevant waren voor de beoordeling van haar aanvraag, aangezien de erkenning als oorlogsgetroffene afhankelijk is van het vaststellen van meegemaakte gebeurtenissen. De Raad heeft vastgesteld dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, en verklaarde het beroep ongegrond. Appellante kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.