Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
N. ter Heerdt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 12 december 2023.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 december 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 23/1520 WIA. Het hoger beroep is ingesteld door de appellant, vertegenwoordigd door mr. P.A. van Lange, advocaat. De appellant had beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 4 april 2023, maar het ingediende beroepschrift bevatte geen gronden. Volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een beroepschrift de gronden van het beroep te bevatten, en deze bepaling is ook van toepassing op hoger beroep.
De appellant is in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen, maar heeft de gestelde termijnen ongebruikt laten verstrijken. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen redenen zijn die het verzuim kunnen verontschuldigen. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden en het bestuursorgaan worden aangevochten binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak.