Uitspraak
14 februari 2023, 22/1519 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade
OVERWEGINGEN
SamenvattingHet gaat in deze zaak over de vraag of het Uwv terecht appellant per 29 november 2021 geen WIA-uitkering heeft toegekend, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Volgens appellant heeft hij meer (medische) beperkingen dan het Uwv heeft aangenomen. Daarom kan hij de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies niet vervullen. De Raad volgt dit standpunt niet en komt tot het oordeel dat het Uwv terecht geen WIA-uitkering heeft toegekend.
Inleiding
WIA-uitkering had ingediend, heeft onderzoek plaatsgevonden door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige van het Uwv. De verzekeringsarts heeft vastgesteld dat appellant bij het verrichten van werkzaamheden beperkingen heeft en heeft die beperkingen neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 3 november 2021. Een arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellant niet meer geschikt is voor zijn laatste werk. De arbeidsdeskundige heeft vervolgens voor appellant functies geselecteerd. Het Uwv heeft bij besluit van 15 november 2021 geweigerd appellant met ingang van 29 november 2021 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
(SBC-code 111174) daarom te belastend is. De geselecteerde functie zit op het maximale van wat hij aankan. Voorts is appellant volgens de FML in staat om ongeveer 1 minuut aaneen boven schouderhoogte actief te zijn, maar niet frequent. De geselecteerde functies productiemedewerker industrie (samenstellen van producten) (SBC-code 111180) en lader/losser (SBC-code 111220) zijn te belastend, aangezien er dagelijks boven schouderhoogte wordt gewerkt.
Het oordeel van de Raad
3 november 2021 gezien en onderzocht. De grond dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom bij de WIA-beoordeling minder beperkingen zijn aangenomen dan in de FML van de EZWb slaagt niet. De overwegingen van de rechtbank op dit punt worden onderschreven.
3 november 2021.
45 graden bij het kijken naar hoger geplaatst lesmateriaal. Volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep is de functie geschikt te achten voor appellant, omdat hij gebruik kan maken van een met de magazijnwagen mee te nemen olifantspoot. Door hierop te gaan staan hoeft het hoofd niet meer naar achteren te worden bewogen. Retroflexie is ook te voorkomen door gebruik van een handspiegel. In wat door appellant is aangevoerd wordt onvoldoende aanleiding gezien dit standpunt voor onjuist te houden.
(SBC-code 111174) niet overschreden. Gelet op de in het Resultaat functiebeoordeling opgenomen belastende factoren van die functie is niet gebleken dat de belasting zodanig op de grens ligt van wat van appellant kan worden gevergd dat sprake zou zijn van een verhoogd uitvalrisico, zoals door appellant is aangevoerd.
artikel 9, aanhef en onder a, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten mag worden verondersteld dat een betrokkene de bekwaamheid van mondelinge beheersing van de Nederlandse taal binnen zes maanden kan verwerven. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 28 juni 2023 afdoende gemotiveerd dat uit de functiebeschrijvingen van de functie handsoldeerder (SBC-code 111180) naar voren komt dat geen groot beroep wordt gedaan op de beheersing van de Nederlandse taal. Het betreft een eenvoudige en routinematige functie, waarbij de instructies ook mondeling gegeven kunnen worden aan de hand van voorbeeldmodellen, tekeningen en componenten, dan wel waarbij de werkzaamheden geleerd worden door voordoen en nadoen.
3 november 2021 niet overtreffen, gaat de Raad niet in op de gronden die zijn gericht tegen de reservefuncties.