ECLI:NL:CRVB:2023:2416
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. A.B.B. Beelaard, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 28 juni 2022. Op 20 februari 2023 heeft appellante het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is achterwege gelaten. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv met een aanvullende motivering op de beslissing op bezwaar aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen. Hierdoor is de Raad enkel nog bevoegd om te oordelen over de kosten die appellante in het hoger beroep heeft gemaakt. De Raad heeft het Uwv veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 837,- en het griffierecht van € 185,-. Deze uitspraak is gedaan door F.M. Rijnbeek, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier, en is openbaar uitgesproken op 21 december 2023.