ECLI:NL:CRVB:2023:2372
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de weigering van het Uwv om haar een WIA-uitkering toe te kennen. Appellante, die zich op 30 december 2013 ziekmeldde, heeft in 2018 een WIA-uitkering aangevraagd. Het Uwv weigerde deze aanvraag, omdat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht op basis van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 14 maart 2018. De rechtbank Den Haag heeft het beroep van appellante tegen deze weigering ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat haar medische beperkingen onvoldoende zijn onderkend, met name in verband met haar aandoeningen zoals adenomyose en ADHD.
De Raad heeft in deze zaak een onafhankelijke deskundige, verzekeringsarts dr. I.A.K. Snels, benoemd om de medische situatie van appellante te beoordelen. De deskundige concludeerde dat de FML van 14 maart 2018 voldoende rekening houdt met de objectieve beperkingen van appellante. De Raad heeft de bevindingen van de deskundige gevolgd en geoordeeld dat de medische beperkingen van appellante correct zijn vastgesteld. De Raad heeft vastgesteld dat appellante in staat is om de aan de schatting ten grondslag gelegde functies te vervullen en dat het Uwv terecht heeft geweigerd om haar een WIA-uitkering toe te kennen. Het hoger beroep van appellante is dan ook afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank is bevestigd.