ECLI:NL:CRVB:2023:2371
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- S.B. Smit-Colenbrander
- M.D.F. de Moor
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep tegen het Uwv
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. L. Meys, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg van 9 oktober 2020. Het hoger beroep was gericht tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake de WAJONG-uitkering van appellant. Tijdens de procedure heeft het Uwv op 28 februari 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellant. Hierdoor heeft appellant op 5 en 16 juni 2023 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. De Raad voor de Rechtspraak heeft besloten dat het Uwv in de proceskosten van appellant moet worden veroordeeld, aangezien het bestuursorgaan volledig aan de bezwaren van appellant heeft voldaan. De proceskosten zijn vastgesteld op € 5.981,73, inclusief kosten voor rechtsbijstand, een deskundigenrapport en reiskosten. Tevens is bepaald dat het Uwv het betaalde griffierecht van in totaal € 178,- aan appellant vergoedt. De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, met M.D.F. de Moor als griffier, en is openbaar uitgesproken op 13 december 2023.