Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
Indien de geadresseerde, in dit geval verweerder, stelt dat hij een aanvraag niet heeft ontvangen, is het in beginsel aan de verzender, in dit geval eiseres, om aannemelijk te maken dat de aanvraag is verzonden. Eiseres heeft in beroep de aanvraag van 22 juli 2020 overgelegd. Bij deze aanvraag is een begeleidende brief van de gemachtigde van eiseres gevoegd met een inventarislijst die vermeldt dat met deze brief nog twee andere aanvragen aan verweerder zijn gezonden. Eiseres heeft daarnaast een bon overgelegd van PostNL waaruit blijkt dat een poststuk met barcode [barcode] op 22 juli 2020 aangetekend aan verweerder is gezonden en een uitdraai van Track&Trace waaruit volgt dat een zending met deze barcode op 23 juli 2020 is afgeleverd op het postbusadres van verweerder. Uit deze uitdraai blijkt ook dat deze zending 63 items betrof. Verweerder heeft bevestigd op 23 juli 2020 een zending te hebben ontvangen, maar stelt de aanvraag van eiseres van 22 juli 2020 daarbij niet te hebben aangetroffen. Ter zitting heeft de gemachtigde van eiser bevestigd dat het voorkomt dat vanuit zijn kantoor een groot aantal aanvragen tegelijk, bij dezelfde zending (monsterenvelop) aangetekend wordt verzonden naar verweerder en dat het mogelijk is dat op 22 juli 2020 (veel) meer dan de drie aanvragen die genoemd zijn in de begeleidende brief bij de aanvraag van eiseres aan verweerder zijn gezonden. Tegen deze achtergrond biedt de door eiseres overgelegde uitdraai van de ontvangst door verweerder van een aangetekende zending van 22 juli 2020 met 63 items geen toereikende waarborg dat de aanvraag van eiseres zich bij deze zending bevond. De rechtbank acht daarbij mede van belang dat door verweerder is toegelicht dat ook de andere twee aanvragen die blijkens de door eiseres overgelegde inventarislijst bij dezelfde brief aan verweerder zijn verzonden niet zijn ontvangen en dat verweerder ook op deze aanvragen pas na een ingebrekestelling heeft beslist. Eiseres heeft naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet aannemelijk gemaakt dat haar aanvraag is verzonden.”