ECLI:NL:CRVB:2023:2295
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken beroepsgronden en niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb). Het hoger beroep was ingediend tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 2 maart 2023. De Centrale Raad oordeelde dat het ingediende beroepschrift geen gronden bevatte, wat in strijd is met artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Appellant kreeg de kans om dit verzuim te herstellen, maar heeft de gestelde termijnen niet nageleefd. Bovendien was het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn betaald. Hierdoor werd het hoger beroep als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van beroepsgronden en het tijdig betalen van griffierechten in bestuursrechtelijke procedures. De beslissing werd genomen door J.J. Janssen, met P.A.M. Hulsdouw als griffier, en is openbaar uitgesproken.