ECLI:NL:CRVB:2023:2279
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 november 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, die in Marokko woont, tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 6 april 2022. De rechtbank had het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. Appellante heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing, stellende dat zij de nota voor het griffierecht buiten de gestelde termijn had ontvangen. Tijdens de zitting op 24 november 2023 is niemand verschenen, en de Raad heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante geen bewijs heeft geleverd dat de nota of de rappel te laat is ontvangen. Bovendien heeft appellante niet voldoende gemotiveerd waarom zij niet in staat was het griffierecht tijdig te betalen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die aantonen dat zij niet in verzuim is geweest. Daarom heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak is vastgelegd in een proces-verbaal.