Uitspraak
22.700 WMO15-PV, 22/2094 WMO15-PV
BESLISSING
- bevestigt aangevallen uitspraak 1;
- bevestigt aangevallen uitspraak 2.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor opvang door twee colleges van burgemeester en wethouders. Appellant, die in deze procedure als eiser optreedt, heeft betoogd dat hij niet in staat is om op eigen kracht in onderdak te voorzien. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij door problemen bij het zich handhaven in de samenleving niet in staat is zelf in onderdak te voorzien. Het dossier bevatte geen aanknopingspunten voor de gestelde problemen. De Raad heeft ook overwogen dat de opvang die door college 1 aan appellant is verstrekt, een fout was en dat deze verstrekking niet kan leiden tot een ander oordeel. De Raad heeft vastgesteld dat de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 niet bedoeld is om oplossingen te bieden voor de schaarste op de woningmarkt.
Daarnaast heeft de Raad het beroep op het vertrouwensbeginsel verworpen, omdat er geen aanwijzingen waren dat college 1 toezeggingen had gedaan over de voortzetting van de opvang na 1 juli 2020. Ook het beroep op artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) werd afgewezen, omdat er geen sprake was van onmenselijke of vernederende behandeling en er geen recht op huisvesting uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kan worden afgeleid. De Raad concludeert dat de hoger beroepen niet slagen, wat betekent dat college 1 niet verplicht was de opvang voort te zetten en college 2 de aanvraag voor opvang terecht heeft afgewezen. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en de betaalde griffierechten worden niet teruggegeven.