ECLI:NL:CRVB:2023:2256
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet tijdig betaald griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 november 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 14 juli 2022. De rechtbank had het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. Appellante heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing, waarbij zij aanvoert dat zij door zeer aangrijpende privéomstandigheden vergeten is het griffierecht op tijd te betalen. Ondanks haar spijt en de omstandigheden, heeft de Raad geoordeeld dat appellante niet voldoende feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die aantonen dat zij niet in verzuim is geweest. De Raad heeft geconcludeerd dat appellante, indien nodig, hulp van een derde had kunnen inschakelen om het griffierecht tijdig te betalen. Daarom is het verzet ongegrond verklaard. Het te laat betaalde griffierecht zal worden teruggestort, maar er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met J.C. Boeree als lid en L.C. van Bentum als griffier.