Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 837,-;
- bepaalt dat het college aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 131,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. S. de Vries, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had op 13 december 2019 een beslissing genomen in een zaak die betrekking had op de intrekking van het recht op bijstand over de periode van 1 januari 2009 tot en met 1 juni 2016. Appellante heeft op 20 februari 2023 het hoger beroep ingetrokken, nadat het college van burgemeester en wethouders van Lelystad had besloten om de intrekking van het bijstandsrecht terug te draaien. Dit betekende dat de terugvordering van de bijstandsuitkeringen ongedaan werd gemaakt, wat leidde tot de intrekking van het hoger beroep door appellante.
Appellante heeft verzocht om een proceskostenveroordeling, waarbij het college in de kosten van het hoger beroep zou moeten worden veroordeeld. Het college was het niet eens met deze veroordeling en voerde aan dat appellante pas kort voor de zitting het vonnis van de strafrechter had overgelegd, terwijl dit eerder had kunnen gebeuren. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat het college niet kan volhouden dat de kosten van het hoger beroep voorkomen hadden kunnen worden door het eerder overleggen van het strafvonnis. De Raad heeft vastgesteld dat de kosten van het indienen van het hogerberoepschrift, die op € 837,- zijn begroot, voor vergoeding in aanmerking komen. Daarnaast is het college veroordeeld tot vergoeding van het door appellante betaalde griffierecht van € 131,-.
De uitspraak is gedaan door J.J. Janssen, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 28 november 2023.