Uitspraak
5 augustus 2022, 21/2120 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
19 oktober 2023. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Yiğitdol en vergezeld van haar begeleidster [naam begeleidster]. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door
M.J.H. Maas. Na de behandeling ter zitting zijn de zaken gesplitst. In de zaak 22/1898 WIA is afzonderlijk uitspraak gedaan.
OVERWEGINGEN
Samenvatting
ZW-uitkering heeft toegekend. Volgens appellante was zij toen door haar (medische) beperkingen niet in staat de eerder in het kader van de WIA-beoordeling geselecteerde functies te vervullen. De Raad volgt dit standpunt niet en komt tot het oordeel dat het Uwv terecht geen ZW-uitkering heeft toegekend.
Inleiding
(SBC-code 372091), receptionist (SBC-code 315120) en machinebediende (SBC-code 271093).
WIA-beoordeling per 25 augustus 2020 aan haar zijn geduid. Daarom heeft het Uwv geweigerd appellante een ZW-uitkering toe te kennen. Het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 27 juli 2021 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van 23 juli 2021 van een verzekeringsarts bezwaar en beroep ten grondslag, waarin hij heeft geconcludeerd dat appellante in ieder geval in staat was de functie van receptionist (SBC-code 315120) te vervullen.
1 maart 2021 anders moet worden beoordeeld dan in de WIA-beoordeling, bestaat hier geen aanleiding toe.
Het oordeel van de Raad
WIA-beoordeling heeft plaatsgevonden, betrokkene niet in enig werk heeft hervat en zich vervolgens weer ziek heeft gemeld. In een dergelijke situatie geldt het toetsingskader zoals uiteen is gezet in de uitspraak van de Raad van 23 december 2022 [1] . Uit deze uitspraak blijkt dat – anders dan voorheen in de rechtspraak werd aangenomen – een weigering van een
ZW-uitkering niet kan worden gebaseerd op slechts één van de in het kader van de Wet WIA geselecteerde functies. Bij de toepassing van artikel 19 van de ZW moet zijn voldaan aan de volgende twee voorwaarden:
WIA-beoordeling vertegenwoordigden, afgezet tegen het bij de WIA-beoordeling geldende maatmaninkomen – is nog steeds sprake van een arbeidsgeschiktheid van ten minste 65%.
22 februari 2023 houdt het Uwv niet langer staande dat de medische situatie van appellante sinds de WIA-beoordeling niet is gewijzigd en/of dat geen sprake is van toegenomen beperkingen.
WIA-beoordeling geduide functies en terecht heeft geweigerd aan haar een ZW-uitkering toe te kennen.
4 november 2020, is niet in geschil. In geen van de geduide functies doet een dergelijke overschrijding van de belastbaarheid zich echter voor.