ECLI:NL:CRVB:2023:2228

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
22/3642 PW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 november 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 10 oktober 2022. De Raad had eerder, op 14 maart 2023, het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift te laat was ingediend. Appellante heeft hiertegen verzet aangetekend, waarbij zij stelde dat er persoonlijke omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verklaarden. Tijdens de zitting op 19 oktober 2023 heeft de gemachtigde van appellante deze omstandigheden nader toegelicht. De Raad heeft, na het horen van deze toelichting, geoordeeld dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Hierdoor is het verzet gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van 14 maart 2023 vervalt en wordt het onderzoek voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling in het verzet.

Uitspraak

Datum uitspraak: 30 november 2023
22/3642 PW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 10 oktober 2022, 22/1773 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam (college)

PROCESVERLOOP

In de uitspraak van 14 maart 2023 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Appellante is het niet eens met de niet-ontvankelijkverklaring en heeft verzet ingediend.
Het verzet is behandeld op de zitting van 19 oktober 2023. Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door [X]. Namens het college is niemand verschenen.

OVERWEGINGEN

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam waarin zijn beroep ongegrond is verklaard. De Raad heeft het hoger beroep van appellante in de uitspraak van 14 maart 2023 niet-ontvankelijk verklaard omdat het hoger beroep niet tijdig is ingediend en redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
De laatste dag waarop tijdig een hogerberoepschrift kon worden ingediend was 21 november 2022. Het hogerberoepschrift is op 23 november 2022 ontvangen. De termijn voor het indienen van hoger beroep is dus overschreden.
In de wet staat dat een hoger beroep binnen zes weken moet worden ingediend. Die termijn is voor iedereen hetzelfde. Wordt het hoger beroep later ingediend, dan wordt het normaal gesproken niet inhoudelijk behandeld. Soms hebben mensen een goede reden waarom zij te laat zijn met het instellen van hoger beroep. Dat kan een reden zijn om het hoger beroep toch inhoudelijk te behandelen.
In verzet heeft de gemachtigde van appellante verklaard dat er verschillende persoonlijke omstandigheden speelden die ervoor gezorgd hebben dat er niet tijdig beroep kon worden ingediend. Deze omstandigheden heeft de gemachtigde op de zitting nader toegelicht. Naar aanleiding van die toelichting ziet de Raad aanleiding om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van 14 maart 2023 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van I. van der Hout als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 30 november 2023.
(getekend) J.C. Boeree
(getekend) I. van der Hout