Uitspraak
23 februari 2023, 21/6275 en 21/6276 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
Samenvatting
65 tot 80%, en geen aanvulling op grond van de zogenaamde garantie-uitkering als bedoeld in artikel 62, vijfde lid, van de Wet WIA. Volgens appellante heeft zij meer (medische) beperkingen dan het Uwv heeft aangenomen. Daarom kan zij niet de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies vervullen. De Raad volgt dit standpunt niet en komt tot het oordeel dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid juist heeft vastgesteld en terecht geen aanvulling op de WIA-uitkering heeft toegekend.
Inleiding
(SBC-code 111333) en huishoudelijk medewerker gebouwen (SBC-code 111334) te vervullen. Juist bij huishoudelijke taken, die zij thuis in eigen tempo en zonder tijdsdruk kan verrichten, ondervindt appellante veel last van haar gezondheidsklachten en beperkingen. Appellante heeft er tenslotte nog op gewezen dat de geselecteerde functie van barbediende, buffetbediende, kantinebediende (SBC-code 111180) slechts één arbeidsplaats bevat die voldoet aan de urenomvang van 20 uur per week.
Het oordeel van de Raad
vijfde lid, van de Wet WIA is vereist dat de betrokkene al een WIA-uitkering ontvangt, maar blijft of gaat werken en dan wegens ziekte uitvalt. Omdat diegene al een WIA-uitkering ontvangt kan hij geen aanspraak maken op nog een WIA-uitkering. Voor deze arbeidsongeschikte kan dan een garantierecht ontstaan. Dat recht ontstaat als de eerste al bestaande WIA-uitkering lager is dan de loongerelateerde uitkering die hij had kunnen ontvangen als hij die eerste al bestaande WIA-uitkering niet zou hebben ontvangen.
27 september 2021 is onderschat. In die FML zijn aanzienlijke beperkingen opgenomen, waaronder een urenbeperking. Appellante heeft in hoger beroep ook geen medische gegevens overgelegd die aanleiding geven tot een andersluidend medisch oordeel. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 27 september 2021 op inzichtelijke en navolgbare wijze de lichamelijke klachten en de depressieve klachten van appellante besproken. Op lichamelijk gebied gaat het om status na behandeling borstkanker in 2015 en om bloedarmoede. Verder is er sprake van fors overgewicht en zijn er myogene schouderklachten. Op psychisch gebied gaat het om depressieve klachten, angst voor autorijden, schulden en (status na) relatieproblemen. Uit de medische informatie blijkt niet van een andere medische situatie ten tijde als hier van belang dan waarvan de verzekeringsarts bezwaar en beroep is uitgegaan. Evenals de rechtbank ziet de Raad geen aanleiding voor twijfel aan de juistheid van de voor appellante in de FML van 27 september 2021 opgenomen beperkingen.
Conclusie en gevolgen
WIA-uitkering in verband met de uitval van appellante op 12 juni 2017.