ECLI:NL:CRVB:2023:2164
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Gijzen
- K.H. Sanders
- D.A. Verburg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor Wlz-zorg wegens gebrek aan blijvende behoefte aan 24-uurs zorg en permanent toezicht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellante, die lijdt aan multi-problematiek waaronder een depressieve stoornis en een licht verstandelijke beperking, had een aanvraag ingediend voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Het CIZ had deze aanvraag afgewezen, omdat er geen blijvende behoefte aan 24-uurs zorg in de nabijheid of permanent toezicht kon worden vastgesteld. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de medische adviezen die het CIZ had ontvangen. Deze adviezen concludeerden dat, hoewel er sprake was van regieproblemen en beperkingen in de zelfredzaamheid, er geen noodzaak was voor 24-uurs zorg. De Raad heeft de argumenten van appellante in hoger beroep beoordeeld, maar vond geen steun voor een ander oordeel dan dat van de rechtbank. De Raad bevestigde dat de medische adviezen correct waren en dat er geen blijvende noodzaak voor Wlz-zorg was aangetoond.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met A. Gijzen als voorzitter en K.H. Sanders en D.A. Verburg als leden, in aanwezigheid van griffier R.R. Olde Engberink.