ECLI:NL:CRVB:2023:2145
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.R. van der Velde
- E.X.R. Yi
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om appellante een WIA-uitkering toe te kennen per 14 september 2021. Appellante stelt dat zij meer (medische) beperkingen heeft dan het Uwv heeft aangenomen en dat zij niet in staat is om de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies te vervullen. Het Uwv heeft vastgesteld dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is, wat betekent dat zij geen recht heeft op een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland bevestigd, waarin het beroep van appellante ongegrond werd verklaard. De Raad oordeelt dat het Uwv terecht geen WIA-uitkering heeft toegekend, omdat de medische beoordeling en de arbeidskundige beoordeling voldoende zijn onderbouwd. De Raad heeft de argumenten van appellante in hoger beroep niet gevolgd, omdat deze in essentie een herhaling zijn van wat eerder in beroep is aangevoerd. De Raad concludeert dat de rechtbank de medische en arbeidskundige grondslagen van het besluit van het Uwv op overtuigende wijze heeft beoordeeld en dat er geen aanleiding is om aan de conclusies van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige te twijfelen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, wat betekent dat de weigering van de WIA-uitkering in stand blijft. Appellante krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.