ECLI:NL:CRVB:2023:2101
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Geen recht op kinderbijslag wegens onvoldoende onderhoudsbijdrage voor kinderen in Marokko
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 1 september 2022 het beroep ongegrond verklaarde. De Centrale Raad van Beroep heeft op 10 november 2023 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/3267 AKW. De kwestie betreft het recht op kinderbijslag voor het vierde kwartaal van 2020. Appellant heeft kinderbijslag aangevraagd voor zijn twee dochters die in Marokko wonen. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft de aanvraag afgewezen, omdat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij voldoende heeft bijgedragen aan het onderhoud van zijn kinderen. De Svb stelde dat appellant minimaal € 866,- moest bijdragen, maar hij heeft slechts € 704,- overgemaakt naar de rekening van zijn echtgenote, de moeder van de kinderen. Appellant heeft ook schoolfacturen overgelegd, maar de Raad oordeelt dat hij niet kan aantonen dat deze facturen door hem zijn betaald. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat appellant niet voldoet aan de onderhoudseis voor kinderbijslag. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en het besluit van de Svb blijft in stand. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.