ECLI:NL:CRVB:2023:2061
Centrale Raad van Beroep
- Proceskostenveroordeling
- S.B. Smit-Colenbrander
- M.D.F. de Moor
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep tegen het Uwv
Op 8 november 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/2191 ZW. Deze uitspraak betreft een hoger beroep dat door appellant is ingesteld tegen een beslissing van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De appellant, vertegenwoordigd door mr. H.M.A. van den Boogaard, heeft het hoger beroep ingetrokken nadat het Uwv op 17 mei 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar had genomen, waarbij het Uwv volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van de appellant.
De Raad heeft in deze uitspraak de proceskostenveroordeling behandeld, waarbij artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is. De Raad oordeelde dat, omdat het Uwv de kosten van bezwaar heeft vergoed, de Raad enkel nog de kosten in hoger beroep diende te beoordelen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijke kosten heeft gemaakt, die zijn begroot op € 837,- voor verleende rechtsbijstand.
Daarnaast heeft de Raad bepaald dat het Uwv het door appellant betaalde griffierecht van € 136,- dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.