Uitspraak
PROCESVERLOOP
mr. Igdeli zijn niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door
drs. I.M. Veringmeier
.
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
.Met betrekking tot de arbeidskundige grondslag heeft de rechtbank overwogen dat er geen grond bestaat voor het oordeel dat de belasting in de geselecteerde functies de functionele mogelijkheden van appellante overschrijdt, dan wel dat zij niet aan de voor die functies gestelde opleidingseisen voldoet. De arbeidsdeskundige in bezwaar en beroep heeft dit inzichtelijk en overtuigend gemotiveerd toegelicht.
Het oordeel van de Raad
.De rechtbank heeft de beroepsgronden in de aangevallen uitspraak afdoende besproken. Het oordeel van de rechtbank en de aan dit oordeel ten grondslag gelegde overwegingen worden geheel onderschreven. Daaraan wordt het volgende toegevoegd. Ook in hoger beroep heeft appellante haar stelling dat het dagverhaal in het rapport van de arts van het Uwv van 1 maart 2021 niet juist is weergeven, niet met concrete voorbeelden onderbouwd of nader toegelicht. Daarom is er geen grond om aan te nemen dat het dagverhaal onjuist is weergegeven. Dat appellante afhankelijk zou zijn van de hulp van derden en nauwelijks zelfredzaam zou zijn, heeft zij eerder aangevoerd en heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet geleid tot de conclusie dat appellante ADL-afhankelijk is in de strikte betekenis van
het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Schattingsbesluit). De door appellante gestelde concentratieproblemen konden blijkens hun rapportages door de primaire arts noch de verzekeringsarts bezwaar en beroep worden geobjectiveerd. Hun onderzoek liet geen cognitieve stoornissen zien. Het verschil van inzicht met de bedrijfsarts is daarmee voldoende gemotiveerd. Verder is de stelling van appellante dat vanwege haar slaapproblemen een urenbeperking moet worden aangenomen ook in hoger beroep niet onderbouwd met informatie waaruit volgt dat ten tijde van de datum in geding, 1 maart 2021, sprake was van medisch geobjectiveerde slaapproblemen. Voor zover de brieven van [X] informatie bevatten over slaapproblemen is die informatie afkomstig van appellante zelf. De stelling van appellante dat het onduidelijk is waarom zij als gevolg van een verminderd reactievermogen door medicijngebruik niet beperkt wordt geacht voor het werken met machines, berust op een onjuiste lezing van de FML van 1 februari 2022. Zoals ook in de aangevallen uitspraak is opgenomen, is appellante in die FML vanwege haar medicijngebruik namelijk beperkt geacht voor het werken met gevaarlijke machines.