ECLI:NL:CRVB:2023:2048
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning loongerelateerde WGA-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellant, die zich ziek had gemeld met vermoeidheidsklachten. De Raad oordeelde dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 15 juli 2019 voldoende rekening hield met de ernst van de cardiale klachten van appellant. De deskundige, prof. dr. J.W. Deckers, concludeerde dat er geen microvasculair vaatlijden was vastgesteld en dat de cardiale toestand van appellant geen goede verklaring bood voor zijn vermoeidheid. De Raad volgde het oordeel van de deskundige en oordeelde dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op 48,79% had vastgesteld. De rechtbank Gelderland had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. Het verzoek van appellant om schadevergoeding werd afgewezen, omdat er geen sprake was van een onrechtmatig besluit. De Raad oordeelde dat de FML en de conclusies van de verzekeringsartsen zorgvuldig waren onderbouwd en dat er geen aanleiding was om deze te wijzigen.