ECLI:NL:CRVB:2023:2006
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- S.B. Smit-Colenbrander
- M.D.F. de Moor
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Appellant heeft het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 5 mei 2023 volledig aan zijn bezwaren tegemoet is gekomen. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal zijn vastgesteld op € 6.044,83, inclusief het betaalde griffierecht van € 182,-.
Het procesverloop begon met de indiening van het hoger beroep door mr. B.E. Crone namens appellant. Tijdens de zitting op 22 maart 2023 was appellant aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl het Uwv vertegenwoordigd was door A. Anandbahadoer. Na heropening van het onderzoek heeft het Uwv op 5 mei 2023 een gewijzigde beslissing genomen. Appellant heeft vervolgens op 6 juni 2023 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De Raad heeft de kosten berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) en het Besluit tarieven in strafzaken 2003 (Bts).
De Raad heeft vastgesteld dat de kosten voor de inschakeling van een deskundige, in dit geval een verzekeringsarts, ook voor vergoeding in aanmerking komen, maar slechts gedeeltelijk. De uiteindelijke kostenveroordeling is gebaseerd op de redelijkheid van de gemaakte kosten en de toepasselijke tarieven. De uitspraak benadrukt de mogelijkheid voor het bestuursorgaan om veroordeeld te worden in de proceskosten wanneer het beroep wordt ingetrokken na tegemoetkoming door het bestuursorgaan.