ECLI:NL:CRVB:2023:1991
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over recht op ziekengeld na beëindiging WW-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over het recht op ziekengeld van appellant, die zich op 24 september 2018 ziekmeldde na beëindiging van zijn WW-uitkering. De Raad constateert dat er geen geschil meer bestaat over het recht op ziekengeld per genoemde datum, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Appellant had eerder een WW-uitkering die op 1 september 2018 was beëindigd, en hij was op het moment van ziekmelding in dienst bij een uitzendbureau dat eigenrisicodrager was voor de Ziektewet (ZW). De Raad oordeelt dat appellant geen recht had op ziekengeld van het Uwv, omdat hij op dat moment niet verzekerd was onder de WW en al ziekengeld ontving van zijn werkgever. De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze beslissing. Appellant heeft erkend dat hij ziekengeld ontving van zijn werkgever en dat er geen WW-recht meer bestond. De Raad concludeert dat er geen procesbelang meer is voor appellant, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Tevens wordt het verzoek van appellant om vergoeding van proceskosten afgewezen, omdat er geen verwijtbaarheid aan de kant van het Uwv is vastgesteld.