ECLI:NL:CRVB:2023:1988
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van hoger beroep inzake vrijstelling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep. De appellant had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 3 juni 2022, maar zijn beroep werd op 30 maart 2023 niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. Appellant heeft vervolgens verzet aangetekend, waarbij hij aanvoerde dat hem ten onrechte geen vrijstelling van het griffierecht was verleend. De Raad heeft de argumenten van appellant in overweging genomen en vastgesteld dat hij voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen inkomen heeft. Hierdoor komt hij in aanmerking voor vrijstelling van het griffierecht. De Raad heeft het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat het onderzoek naar het hoger beroep wordt hervat in de stand waarin het zich bevond. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in aanwezigheid van griffier T. Hemelrijk-van den Oudenalder, en is openbaar uitgesproken op 13 oktober 2023.