ECLI:NL:CRVB:2023:1987
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. K. Gomes, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/616 WIA. De procedure betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep, omdat het griffierecht van € 548,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. De gemachtigde van appellante is meerdere keren gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar ondanks deze waarschuwingen is de betaling niet tijdig verricht. De Raad oordeelt dat er op basis van de beschikbare gegevens niet kan worden vastgesteld dat appellante in verzuim is geweest. Desondanks leidt het niet tijdig betalen van het griffierecht tot de conclusie dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift verzet aan te tekenen.